bijenhouder.
iemand die vroeger als beroep en tegenwoordig meestal uit liefhebberij in bijenkasten een bijenvolk verzorgt en hun honing wint; bijenhouder.
Voorbeelden:
Een imker is iemand die bijen houdt. In Nederland is het imkeren bijna altijd een liefhebberij. Ons land telt slechts enkele beroepsimkers. Zij verdienen hun brood door hun volken aan tuinders te verhuren voor bestuivingsdoeleinden.
http://www.bijenhouders-zlto.nl/bijenleven/index.htm
Bijna de totaliteit van de Vlaamse imkers oefenen het houden van bijen uit als liefhebberij.
http://www.agriflanders.be/ned/2001/blikvangers/bijenteelt.asp
Steeds zult u verwonderd zijn over de organisatie van de bijenstaat en de processen die zich voltrekken. Imkers kunnen er uren over vertellen. Bovendien levert deze hobby in het algemeen een behoorlijke hoeveelheid lekkere, zuivere honing op.
http://www.anibijen.nl/
De imker laat de bijen raten bouwen in houten raampjes, die hij gemakkelijk uit de bijenkast kan halen. Een raat bestaat uit een groot aantal zeshoekige hokjes, die we cellen noemen.
http://home.hccnet.nl/f.rutten/, 2000
De uitrusting van de imker bestaat uit: Dathe-pijp of andere berokers; rook wekt bij de bijen een paniekreflex uit waardoor ze zich volzuigen met honing. Ze worden dan zwaar en loom. Dunne luchtige en lichtgekleurde kledij [...]. Een bijenkap of bijenhoedmet sluier [...]. Een schraapbeitel [...]. Een bijenborstel of ganzenveer [...]. Een waterverstuiver; ook verstoven water maakt de bijen rustig.
http://users.telenet.be/geowisvlio/bijensite/DE_IMKER.HTML
Imkers plaatsen de bijenvolken in het na-seizoen in een open schuur voor de overwintering.
NRC, 1994