Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 29-10-2020

hyena

betekenis & definitie

aasetend zoogdier.

zoogdier uit Afrika en Azië met het uiterlijk van een grote hond dat vooral bekend is als aaseter en als roofdier dat zwakke prooien uitkiest.

Voorbeelden:
Als een soort scheidslijn tussen de echte roofdieren en de lijkenpikkers ligt daar de straat waar ik geboren ben: de Lynxstraat. Luipaarden, poema's, jakhalzen, hyena's hadden zich destijds in mijn angsthazige bewustzijn weten te ontwikkelen tot fabelwezens, die de beklemmende leegte vertegenwoordigden van de straten waaraan ze hun namen hadden afgestaan.
A.F.Th. van der Heijden, De tandeloze tijd. Dl. 1: Vallende ouders, 1983

De pointe zit in de laatste regel: 'En ze zag dat ze een gnoekalf was, en dat dertig meter verder hyena's stonden toe te zien hoe ze haar wankele poten probeerde.' De symboliek is zwaar aangezet. Het is de Van Heulendonk uit de vroegere bundels die zijn personages al het leed van de mensheid op hun schouders liet dragen.
http://www.boeken.net/wbnliterair/index.asp

"Wist je dat mensen jarenlang dachten dat hyena's hermafrodiet zijn, maar dat dat kwam omdat de geslachtsdelen van vrouwelijke hyena's op een penis lijken?"
Haarlems Dagblad, 2003

< >