bezitter van een huis.
iemand die een of meer huizen bezit; bezitter, eigenaar van een of meer huizen.
Voorbeelden:
Banken worden steeds nerveuzer nu meer huizenbezitters in de problemen kunnen komen. Banken roepen klanten op om extra af te lossen.
http://www.rtl.nl/components/actueel/rtlnieuws/2012/10_oktober/04/binnenland/Banken_kunnen_huizenbezitters_dwingen_meer_af_te_lossen.xml, 4 oktober 2012
Financieel adviseur Bouter rekent voor wat de koersval van de afgelopen jaren voor gevolgen zou hebben voor bepaalde hypotheekconstructies, zoals de meerwaardehypotheken. Huizenbezitters met een dergelijke hypotheek kunnen door de koersval geconfronteerd worden met een lastenstijging van meer dan dertig procent binnen enkele jaren tijd, terwijl hun bezit inteert tot nul.
Het Parool, 2002
Staatssecretaris Bos (Financiën) gaat op verzoek van VVD en CDA opnieuw bekijken of huizenbezitters die hun hypotheek geheel of gedeeltelijk hebben afgelost voortaan geen of veel minder huurwaardeforfait hoeven te betalen.
De Telegraaf, 2001