hou je mond; wees stil; zwijg.
hou je mond; wees stil; zwijg.
Voorbeelden:
'Doe dat niet, Rainer; maak die kinderen niet van streek,' smeekte mijn moeder. 'Hou je kop, wijf.' Hij gaf mijn moeder een klap in het gezicht en begon voor te lezen.
Boudewijn Büch, De kleine blonde dood, 1985