iemand die horloges maakt.
iemand die voor zijn beroep horloges maakt, verkoopt en herstelt.
Voorbeelden:
Met [...] een vergrootglas constant in één oogholte gedrukt, tuurde en snuffelde hij gebukt over de lade vol met koperen veertjes en radertjes, onderwijl de inhoud met een pincet omwoelend. Of de horlogemaker wond de wekkers op, draaide de wijzers op de wijzerplaten rond, stuurde aan de lange slingers waarmee de hangklokken werden opgewonden.
Jan Cremer, De Hunnen. Dl. 2: Bevrijding, 1983
De biochemie van een plant is een gigantisch raderwerk, erger dan het delirium van een horlogemaker, tjokvol koppelingen en terugkoppelingen.
De Standaard, 1996
Dit idee om een metalen kam te gebruiken om er muziek mee te maken kwam in 1796 van een horlogemaker uit Zwitserland, Antoine Favre.
http://www.museumspeelklok.nl/speelklok/nl/spreekbeurt.2004.doc