Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 29-10-2020

Hongaar

betekenis & definitie

iemand uit Hongarije.

iemand met de Hongaarse nationaliteit; iemand die behoort tot het Hongaarse volk; iemand die afkomstig is uit Hongarije; inwoner van Hongarije.

Voorbeelden:
Een wereldreferendum, uitgevoerd door de internationale federatie van voetbalgeschiedenis en statistieken, wees de Hongaar Sandor Puhl opnieuw als beste scheidsrechter van het jaar aan.
De Standaard, 1997

Bartók was een duizendpoot en liet zich nog helpen op de koop toe. Zijn moeder kopieerde, zijn eerste vrouw schreef zijn partituren over, zijn tweede deed hetzelfde. Daarenboven maakte hij een klad van zijn talloze nieuwsgierige brieven. Na een bezoek aan dit gestold mierennest mogen we de stem van Bartók beluisteren, een sonore baritonstem, die volgens Dille alle Hongaren bezitten. Bartók vertaalt de woorden van een Roemeense ballade die hij tot cantate omwerkte.
Karel Jonckheere, Miniaturen, 1979

Hongaren - eerbare burgers - werden midden op de dag aangehouden, moesten papieren tonen aan de militaire politie, of de beambten in burger van de staatsveiligheidspolitie, werden meegenomen en verdwenen.
Jan Cremer, De Hunnen. Dl. 3: Vrede, 1983

Gorbatsjov slechtte met zijn beleid van glasnost in de Sovjet-Unie taboes: Stalins slachtoffers werden gerehabiliteerd, niet alleen de kleine, naamloze slachtoffers, ook de grote, de medestrijders van Lenin die in de jaren dertig werden geliquideerd. Het werkte in Oost-Europa als een motor achter de ontevredenheid: waarom mochten de Hongaren de opstand van 1956 geen revolutie noemen, maar heette het nog steeds een contrarevolutie?
http://www.nrc.nl/W2/Lab/Profiel/Communisme/tekenen.html, 4 november 1999

< >