Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

homofobie

betekenis & definitie

fobie voor homoseksualiteit.

fobie voor homoseksuelen en homoseksualiteit; angst voor homoseksuelen en homoseksualiteit; haat voor homoseksuelen en homoseksualiteit; homohaat.

Voorbeelden:
Welnu, hoewel de beide Kerken elkaar nu al jarenlang bevechten in de rechtbanken omwille van zaken die niets te maken hebben met moraal, ethiek of geloof, vinden ze elkaar op het terrein van de homofobie.
http://www.holebifederatie.be/zizo/images/roemene.pdf, 2002

Niemand zou Leo Wekeman in alle ernst van zoiets obscuurs als homofobie kunnen beschuldigen.
Yves Petry, De laatste woorden van Leo Wekeman, 2003

Naar aanleiding daarvan is, notabene ook in de media zelf, veel gefilosofeerd en gepsychologiseerd over wat de 'American mind' zou zijn, over zijn religieuze hypocrisie, homofobie, seksuele frustraties, zijn machismo en racisme, en nu een bataljon reporters al maanden full time O.J. Simpson moleculair ontleedt kun je dat nog aanvullen met hysterie.
NRC, 1995

< >