Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

hersteller

betekenis & definitie

reparateur.

iemand die voor zijn beroep is gespecialiseerd in technische herstellingen van bepaalde apparaten, constructies of voertuigen; reparateur; ook: bedrijf dat zich toelegt op technische herstellingen.

Voorbeelden:
Wanneer je vermoedt dat een toestel zwaar beschadigd is, is het aan te raden om een maximum bedrag af te spreken. Mocht de prijs van de herstelling hoger uitkomen, moet de hersteller eerst jouw toestemming vragen alvorens ze uit te voeren.
De Standaard, 1996

Het tweede marktsegment zijn de herstel- en onderhoudsdiensten van grote bedrijven [...]. Met het mobiele datasysteem kunnen de klantengegevens onmiddellijk doorgestuurd worden. De dispatching ontvangt een bericht als de boodschap ontvangen is. De herstellers kunnen langs het net bijkomende informatie opvragen.
De Standaard, 1996

Iedere hersteller heeft een eigen stukje van Nederland waar zij de schades 24 uur per dag 7 dagen in de week voor ons herstellen.
http://www.deglaslijn.nl/

De fiets wordt door de fietser zelf gebracht of door de fietsverantwoordelijke bij de herstellende fietsenmaker, voorafgaandelijk gekozen in overeenstemming met de administratie. Deze bevestigt en vervolledigt eventueel de bon volgens de reparaties die werkelijk uitgevoerd werden. De fietser komt zijn fiets en de bon waarvan de hersteller een copie behoudt, ophalen.
http://www.provelo.org/pdf/Fietspolitie.pdf, november 2001

Het faillissement verraste het personeel niet. Bij de Limburgse bouwer en hersteller van industriële voertuigen met vestigingen in Bree en Antwerpen ging het al sinds begin 1990 bergaf.
De Standaard, 1996