met een herfstkleur.
met een herfstkleur of herfstkleuren; een herfstkleur of herfstkleuren hebbend.
Voorbeelden:
De wanden op het podium zijn bekleed met metershoog, herfstkleurig doek en fungeren als de muren van het huis waarbinnen slechts één kast en wat stoelen staan.
http://www.cultuurbewust.nl/theater-274-nationale-toneel-legt-nadruk-op-de-psyche-in-de-kersentuin/, 2009
Zij was de enige in de bus die geen uniform droeg, maar een zijdeachtig jurkje met herfstkleurige bloemen.
Hugo Claus, Het verdriet van België, 1983
Ik ga ook zwarte zonnepanelen [...] laten plaatsen. Mijn pannen zijn herfstkleurig, maar ik was zinnens die te laten vervangen door zwarte of grijze pannen.
http://www.zonstraal.be/forum/viewtopic.php?f=103&t=1478, 2008
Die nagellakjes helemaal onderaan vind ik heel herfstkleurig.
http://veracamilla.nl/2013/04/sally-hansen-complete-salon-manicure/, 2013