Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

heffingsperiode

betekenis & definitie

periode waarover belasting of een aanslag wordt opgelegd.

periode waarover belasting wordt geheven of een aanslag wordt opgelegd; periode waarvoor men belasting of een aanslag dient te betalen.

Voorbeelden:
De belasting bedraagt per direct of indirect aangesloten onroerende zaak c.q. aan te sluiten onroerende zaak bij: a. een heffingsperiode van 30 jaar € 159,00 per belastingjaar; b. een heffingsperiode van 15 jaar € 229,00 per belastingjaar; c. een heffingsperiode van 5 jaar € 538,00 per belastingjaar.
http://www.bs-ob.nl/docs/default-source/documenten-website/Baatbelasting_drukriolering_Stad_eo.pdf?sfvrsn=0, 2003

De voorziening voor nazorg is gebaseerd op de door de provincie opgelegde heffingen en de daarbij gehanteerde heffingsperiode.
http://issuu.com/afvalzorg/docs/holfinjv2011?e=5283047/4260412, 2013

Automobilisten moeten vanaf dinsdag betalen om op doordeweekse dagen het centrum van de Zweedse hoofdstad Stockholm te mogen inrijden. Afhankelijk van het tijdstip kost een rit naar het centrum tussen de 1 en 2 euro. De heffingsperiode begint dagelijks om 06.30 uur en eindigt om 18.30 uur.
http://www.wereldwijzer.nl/showthread.php?t=18132, 2006

< >