Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 29-10-2020

grote paradijsvogel

betekenis & definitie

paradijsvogel met een bruin verenkleed.

grootste paradijsvogel met een kastanjebruin verenkleed die in de bossen van Nieuw-Guinea leeft en waarvan het mannetje gele flankveren heeft en donkere veren onder de smaragdgroene keel.

Voorbeelden:
De grote paradijsvogel is een solitaire boombewoner. Mannetjes en vrouwtjes zien elkaar weinig buiten de broedtijd. Terwijl het mannetje felgekleurd is, is het vrouwtje saaiig bruin.
http://www.worldexplorer.be/grote_paradijsvogel.htm

De grote paradijsvogel is een endemische vogelsoort uit Nieuw-Guinea die voorkomt in laaglandbos en bossen in de heuvels (tot 900 m boven de zeespiegel) in het zuidwesten van Papoea en Papoea-Nieuw-Guinea tot aan de Flyrivier en op de Aru-eilanden.
http://www.nmr.nl/nmr/pages/showPage.do?instanceid=14&itemid=8301&style=default

De wetenschappelijke naam van de grote paradijsvogel, Paradisae apoda, (apoda = pootloos) herinnert nog aan de tijd dat men geloofde dat paradijsvogels geen poten hadden. Deze bijzondere verhalen waren deels te danken aan de manier waarop de dode vogels werden aangeleverd. De inlanders bemachtigden de vogels door dagenlang te posten bij de boom waarin de balts van vele mannetjes bij elkaar plaats vindt. Ze schieten ze met een stompe pijl naar beneden, snijden poten en vleugels eraf, villen de vogel, waarna de huid boven een vuur wordt gerookt. Die krimpt, waardoor de vogel veel kleiner lijkt dan hij is. En zelfs in deze armzalige staat maakten ze nog grote indruk op de eerste Europeanen.
https://klaasnanninga.nl/bijzonder/55-gods-vogels

< >