inheemse modderkruiper in de Benelux.
spoelvormige zoetwatervis die zich overdag in de modder schuilhoudt; inheemse soort modderkruiper in de Benelux; weeraal.
Voorbeelden:
De grote modderkruiper komt voor in traagstromend en stilstaand voedsel- en plantenrijk water met een dikke modderlaag en veel plantenresten. In de winter en tijdens droogteperiodes graaft de vis zich in de modder in. Vooral in zuurstofarme waters maakt hij intensief gebruik van darmademhaling. Eitjes worden in het voorjaar op planten afgezet. De grote modderkruiper eet een wijd spectrum van ongewervelden, is vooral nachtactief en leeft overdag ingegraven in de modder.
http://www.instnat.be/docupload/1081.pdf, 2003
Het lichaam van een grote modderkruiper is langwerpig en rond, met een zijdelings afgeplatte staart. Ze hebben een bruine rug met een donker vlekkenpatroon, de buik is gelig. Rondom de bek bevinden zich een tiental tastdraden waarmee in het donker kleine ongewervelde diertjes op de bodem worden gezocht. Overdag zijn grote modderkruipers meestal ingegraven in de modder.
http://www.ravon.nl/vissen.html
Bij de grote modderkruiper is deze darmademhaling het sterkst ontwikkeld, bij de kleine modderkruiper is dit vermogen nog maar de helft van bij de grote modderkruiper, en bij het bermpje ontbreekt deze extra ademhalingsmogelijkheid zo goed als volledig.
http://publicaties.vlaanderen.be/docfolder/16547/14557_kleinemodderkruiper1.pdf, april 1999
