Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

groeiwoning

betekenis & definitie

woning die kan meegroeien met zijn bewoners.

woning die gemakkelijk is aan te passen aan de veranderende woonwensen en/of woonsituatie van de bewoners; woning die kan meegroeien met zijn bewoners.

Voorbeelden:
"Over een periode van vijftien jaar is een groeiwoning echter goedkoper. Uit berekeningen blijkt dat dan de eerste grote verbouwingen plaatsvinden. Grote verbouwingen zijn bij een regulier huis veel duurder dan bij een demontabele woning".
Algemeen Dagblad, 2006

Groei-woning aangepast aan wensen van bewoners. [...]. De huizen zijn zo geconstrueerd dat ze later kunnen worden uitgebreid door er een extra-verdieping op te zetten als de bewoner daaraan behoefte heeft.
http://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBPERS01:003035021:mpeg21:a00186, 24 oktober 1985

Net als de HAT-woningen is het bouwen van starters-, doorstroom- en seniorenwoningen achterhaald. Dit was te horen bij de eerste bijeenkomst van het Vessemse Dorpsontwikkelingsplan (DOP). Het bouwen van 'groeiwoningen', door de bedenker van dit concept 'levensloopbestendige' woning genoemd, heeft de toekomst.
http://www.timmersarchitecten.nl/nieuws/voorkeur-voor-groeiwoningen, 2 mei 2009

Het idee voor de zogeheten groeiwoningen werd door de minister uit bijna honderd ingediende plannen gekozen.
http://www.volkskrant.nl/vk/nl/2844/Archief/archief/article/detail/700325/2004/06/26/Veenendaal-krijgt-prijs-voor-groeiwoningen.dhtml, 26 juni 2004

< >