Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

goudzoeker

betekenis & definitie

iemand die goud zoekt.

iemand die door zeven of delven goud tracht te vinden in rivierafzettingen of ondergrondse goudaders en daarvoor veelal als avontuurlijke fortuinjager vertrekt naar het buitenland of een verre streek.

Voorbeelden:
Op 24 januari 1848 deed James Wilson Marshall (1810-1885) de ontdekking van zijn leven: bij de bouw van een houtzagerij [...] vond hij goud in een zuidelijke vertakking van de American River, bij Coloma in Californië [...]. Na Marshalls vondst brak de hevigste goudkoorts uit die Amerika ooit heeft gekend. In 1849 arriveerden er zo'n 80.000 goudzoekers.
NRC, 1995

Levi Strauss wilde tijdens de gold rush in het midden van de negentiende eeuw zijn geluk beproeven in California, maar hij had vlug door dat te veel avonturiers hem voor geweest waren. Strauss zag in dat die goudzoekers best wat sterke werkkledij konden gebruiken en begon broeken te maken van zijn tentdoek.
De Standaard, 1996

Hoe kon de geldhoeveelheid dan toch met bijna Sf.11 miljard groeien? Een belangrijke verklaring vormt de aankoop door de Centrale Bank van goud van de vele goudzoekers die in het Surinaamse binnenland hun geluk beproeven. Volgens Telting is voor Sf.3 miljard zo'n 800 kilo goud gekocht.
NRC, 1995

De Amazone lijdt schade door massale houtkap en de activiteiten van illegale goudzoekers en boeren.
NRC, 1995

< >