gestreepte uil die in bossen woont.
gestreepte, vrij gedrongen uil zonder oorpluimen en met een dikke kop, die zich vooral ophoudt in dichte bossen; bosuil.
Voorbeelden:
Op het eiland Man zijn immers volgende heel bijzondere uilen te zien: de schuuruil, de kortooruil, de langooruil, de kleine en de getaande uil.
De Standaard, 1997
Het toppunt zit bij de namen van de uilen: schuuruil is een kerkuil; kortooruil is velduil; langooruil is ransuil; kleine uil is steenuil; getaande uil is bosuil.
De Standaard, 1997