Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 29-10-2020

gemeenlijk

betekenis & definitie

gewoonlijk.

zoals gebruikelijk is; in de regel; gewoonlijk; doorgaans.

Voorbeelden:
De bedragen stelden niet zo veel voor, het was al een tijdje geleden, de heer Peper lag in scheiding en was zwaar aan de drank. In andere rechtzaken is dat gemeenlijk aanleiding om een extra zware straf te eisen of op zijn minst aan te dringen op intensieve begeleiding door CAD of reclassering.
http://www.sjoernalistiek.nl/

Hij probeert naar boven te lopen met het losse, ontspannen gevoel waarmee men een trap gemeenlijk afdaalt: de armen bungelen met hun eigen zwaarte langszij, de voeten schampen langs de treden en het hoofd is fier geheven.
Anna Enquist, Het meesterstuk, 1999

< >