[b]symbool voor het pacifisme dat in Nederland en België in de periode tussen de Eerste en de Tweede Wereldoorlog opkwam.
Aanhangers van de pacifistische beweging maakten hun mening duidelijk door het dragen van een speldje met een gebroken geweer.[/b]
Voorbeelden:
Anders dan in de isolationistische jaren dertig, die werden getypeerd door het gebroken geweer, bepleiten de Republikeinen nu een beter uitgeruste krijgsmacht die echter grotendeels in de kazerne moet blijven.
NRC, 1995
De socialist Antoon Spinoy, ooit de man van het gebroken geweer, werd een uitstekende minister van Landsverdediging.
De Standaard, 1995
Onmiddellijk na de oorlog was het 'gebroken geweertje' een geliefd symbool, niet alleen van revolutionairen, maar daarna ook van leden van de sociaal-democratische SDAP en de links-liberale vrijzinnig-democraten.
Anton Constandse, Het weerbarstige woord, 1981