Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

gastspreker

betekenis & definitie

iemand die als gast spreekt.

iemand die uitgenodigd is om als gast voor een publiek te komen spreken.

Voorbeelden:
In beperkte mate wordt ook een beroep gedaan op gastsprekers, zodat de studenten in contact gebracht worden met mensen uit de praktijk van het openbaar bestuur.
http://www.kubrussel.ac.be/onderwijs/psw/vakken/tweedekan/bestuur.htm, 2002

De vrouwen achter De Erotische Verbeelding hebben intussen ook al een heleboel "credibility" opgebouwd. Een tijdje geleden werden ze uitgenodigd als gastsprekers tijdens een congres van urologen dat handelde over de impotentie van de man.
http://www.femistyle.be/nl/portretten/ero_verbeelding.shtml

Iedere lezing omvat een voordracht van een uur door een gastspreker en wordt gevolgd door vraagstelling en debat met het publiek.
http://www.uia.ac.be/pavo/docop/activ/activiteiten/studiumgenerale.html