Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

fruitteler

betekenis & definitie

teler van fruit.

iemand die voor zijn beroep fruit teelt; teler van fruit.

Voorbeelden:
Het is de hoogste tijd dat de groente- en fruittelers zelf aan de consument gaan uitleggen wat ze doen en waarom ze het doen.
http://www.reo.be/ndl/index.htm, 2002

De fruitteler gebruikt voor de bescherming van zijn oogsten insecten. De roofvogels maken jacht op muizen, de insecten op andere, schadelijke insecten die een bedreiging voor de oogst zijn.
http://www.phytosystem.be/producten/teelten/

Wanneer er interesse bestaat, kunnen nog modules van andere deelattesten aangeboden worden (groententeler, fruitteler, sierplantenteler, bloementeler).
http://www.psc-hoogstraten.be/Default_2.htm, 1999

< >