Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 29-10-2020

foxterriër

betekenis & definitie

terriër voor de vossenjacht.

hond met een witte vacht met zwarte of bruine vlekken en met puntige, geknikt afhangende oren, uit een ras van terriërs dat gefokt is met het oog op de vossenjacht.

Voorbeelden:
Toen Hergé Kuifje een plusfour en een foxterriër gaf, waren die broeken en honden domweg in de mode.
Midas Dekkers, Poot: verhalen over de hond, 2000

Vrienden van hem bezaten weliswaar grotere en sterkere honden, foxterriërs, Duitse herders, zwarte poedels, koppige teckels.
Jos Ghysen, Zoals zand tussen de vingers, 1984

Accountmanager Kirsten Smit (24), consultant Daphne van Veen (25), bewonen met een foxterriër en twee katten een luxe villa die al ruim een jaar te koop staat in Heesch.
Algemeen Dagblad, 2004

< >