iemand die fossielen opgraaft.
iemand die voor zijn beroep of uit liefhebberij fossiele resten van mensen, dieren of planten uit de prehistorie opgraaft.
Vaak met de bijgedachte aan intensief, gedreven speurwerk.
Voorbeelden:
Het kaakbeen hoort tot het geslacht Homo, mens. Het was vergezeld van primitieve stenen werktuigen. Werktuiggebruik is het criterium om een voorouder al of niet tot het geslacht Homo toe te laten. Gebruikte hij nog geen werktuigen, dan wordt hij ondergebracht bij de aapmensen, het geslacht Australopithecus. De nieuwe vondst schuift het tijdstip van de eerste mens vierhonderdduizend jaar dieper het verleden in. De schedel werd ontdekt door Ethiopische fossielenjagers, in dienst van een Amerikaanse expeditie.
De Standaard, 1996
In de jaren zeventig trok de Amerikaanse fossielenjager Donald Johanson naar Oost-Afrika. Hij had al snel succes. Bij Hadar in de Ethiopische Afar-woestijn ontdekte Johanson een aantal fossielen van grote en kleinere hominiden met een ouderdom tussen de drieëneenhalf en vier miljoen jaar. Van botmateriaal construeerde hij een voor veertig procent compleet skelet van een vrouwelijke hominide. Ze moet ongeveer 1 meter groot zijn geweest en ze had nog kleine hersenen.
NRC, 1995
De wereldberoemde fossielenjager Richard Leakey komt volgende week naar Leiden. De paleo-antropoloog, telg van een roemrucht geslacht van oermens-onderzoekers, houdt dinsdag een lezing over de rampzalige gevolgen van de klimaatverandering op mens en dier in Afrika.
http://portal.leiden.nl/nieuwsartikel/766/fossielenjager_leakey_spreekt_in_leiden, 2008
Duizenden fossielenjagers zoeken elke zomer in de VS naar de resten van dinosauriërs. Ze vinden dat ze zo de wetenschap dienen. Maar volgens professionele onderzoekers dienen ze vooral hun eigen portemonnee. Want fossielen zijn big business.
http://www.targettravelmarketing.com/download/Bedreigde%20botten.pdf, 2009
