gerecht.
gerecht waarbij met een speciale vork kleine stukjes brood, vlees e.d. in een hete substantie, bijvoorbeeld gesmolten kaas of hete olie, worden gedoopt.
Voorbeelden:
Er is een bescheiden maar aantrekkelijke menukaart en de specialiteit is kaasfondue [...]. Romig, soepel en bescheiden dradentrekkend, het bleek een sublieme fondue met verrukkelijke stukjes boleet die je tegemoet geurden vanuit de gietijzeren caquelon met borrelend hete kaas.
NRC, 1995
Ze krijgen vanavond fondue. Dat kan moeilijk mislukken. Je hebt een elektrisch fonduestel gekocht waarin je alleen wat olie hoeft te doen. Verder heb je bij de slager een kant-en-klare schotel vlees gehaald, op de versmarkt wat groen en bij de wijnhandelaar een paar flessen dure rode wijn.
Stefan Brijs, Twee levens, 2001
Naast de zgn. "couverture"chocolade - het leeuwendeel van de productie -, biedt het product een veelheid aan toepassingen: tabletten, pralines, gebak, snoep, korrels, poederchocolade, fondues, sausen, likeuren, boterhampasta, ijs, seizoensgebonden fantasieproducten zoals paaseieren of sinterklaasfiguurtjes.
http://www.obcebdbh.be/export/centre-information/publications/dossiers/es/2001_nl/es-chocolade/part0_nl.html, 2001