Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

fluitiste

betekenis & definitie

vrouwelijke fluitist.

vrouw die voor haar beroep of uit liefhebberij fluit speelt; vrouwelijke fluitist.

Voorbeelden:
De jury die de prestaties van de verschillende orkesten beoordeelde, werd gevormd door Ruud Böhmer, leider van de drumfanfare van de Kapel van de Koninklijke Luchtmacht en dirigent van onder andere de Drum- en Showfanfare Van der Zandt in Velp en Hetty Boeijen een fluitdocente, uitvoerend fluitiste en dirigente uit Noord-Brabant.
http://www.deharmoniebarneveld.nl/Publicaties/27092004.htm, 2004

De opstelling was zo dat in het centrum de twee gitaristen zaten, links en rechts geflankeerd door fluitiste en zangeres.
Meppeler Courant, 1994

Ma fixeert zijn partners in het orkest. Hij kijkt meer opzij en zelfs achterom dan voor zich uit en schijnt orkestsolisten en groepenleiders te inspireren zichzelf te overtreffen in een volmaakt koncerterend evenwicht. Enkele schitterende staaltjes - met de fluitiste bij voorbeeld - waren er een overtuigend bewijs van.
De Standaard, 1995

< >