Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 29-10-2020

fitis

betekenis & definitie

kleine inheemse zangvogel.

kleine inheemse zangvogel die herkenbaar is aan zijn typische zang die bestaat uit een vloeiende serie aflopende fluittonen.

Voorbeelden:
Die lange vleugels van de fitis zijn een aanpassing voor de trek, kenmerkend voor langeafstandstrekkers. Alle fitissen uit het immense verspreidingsgebied – van Noordwest-Europa, tot Noord-Scandinavië en Noordoost-Siberië – overwinteren ten zuiden van de Sahara, in tropisch Afrika. Dat is veel zuidelijker dan de tjiftjaf, die kortere vleugels heeft.
https://www.naturetoday.com/intl/nl/nature-reports/message/?msg=23660, 8 augustus 2017

De Fitis behoort tot een groep geelgroene zangertjes die allemaal erg op elkaar lijken. Gelukkig heeft de Fitis een mooi en heel eigen liedje, dat wel iets weg heeft van de vinkenslag, maar in toonhoogte afloopt.
http://www.welkevogelisdit.nl/fitis, 17 maart 2015

Theun Talsma vertelt dat er gisteren heel veel vogels in en rond het Willemsduin hadden gezeten, vooral veel roodstaarten, maar ook roodborsten en fitissen.
http://www.vogelringschier.nl/2006wk37.html, 17 september 2006