Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

examenperiode

betekenis & definitie

periode voor examens.

periode dat de examens worden afgenomen; examentijd.

Voorbeelden:
Aan elke examenperiode gaat minstens één week blokperiode vooraf.
http://www.ha.be/studenteninfo/index.cfm?section_id=81, 2002

Aan het begin van het academiejaar of de examenperiode sluimert vooral onder de nieuwe studenten langzaam maar zeker een bepaald onzekerheidsgevoel.
http://www.4ucampus.be/detail.asp?artid=655

In een rondzendbrief, die een uitgebreid beroep doet op gezond verstand en verantwoordelijkheidszin, vraagt Laurette Onkelinx, minister-presidente van de Franstalige Gemeenschap, de scholen de examenperiode zo laat mogelijk te laten beginnen.
De Standaard, 1996

Bij gunstige beoordeling van de omstandigheid zal het departementshoofd ervoor zorgen dat het rooster, voor zover de organisatie het toelaat, wordt aangepast zodat betrokkene de examenperiode kan verder zetten.
http://www.khk.be/khk/brochures/pdf/Examenregl.pdf, 1995

Indien de vergissing invloed kan hebben op het behaalde resultaat, roept de voorzitter de betrokken examencommissie opnieuw samen. De examenperiode wordt voor de betrokken studenten heropend. Na beraadslaging worden de beslissingen bekendgemaakt (eerst mondeling, daarna door een bericht ad valvas of door een individuele schriftelijke mededeling), daarna wordt de examenperiode opnieuw gesloten.
http://www.ha.be/studenteninfo/index.cfm?section_id=81, 2002

< >