Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 29-10-2020

Engelse

betekenis & definitie

vrouw uit Engeland.

vrouw met de Engelse nationaliteit; vrouw die behoort tot het Engelse volk; vrouw die afkomstig is uit Engeland; inwoonster van Engeland.
Ook, meestal in het meervoud, in toepassing op vertegenwoordigsters van een nationale sportploeg of andere groep.

Voorbeelden:
Mary Newcomb, zag ik, was een Engelse, geboren in 1922. Haar schilderijen, zag ik, vertoonden een verbluffende overeenkomst met die van Bennie.
Koos van Zomeren, De man op de Middenweg, 2001

Hij was afkomstig uit Rijssel, studeerde in Montpellier, trouwde een Engelse en woonde in Londen, Antwerpen, Delft en daarna weer Londen.
NRC, 1993

De weekendouder. De af-en-toe-ouder. Bij mij gelukkig ieder weekend, anders was ik gek geworden. Iemand - moeder van vier kinderen - zei ooit tegen mij: 'Jij en Kathy zijn dus eerder vriendinnen.' Dom, moet je dan denken, oliedom. En vooral niet reageren. Je energie niet verkwisten. Iemand anders - een Engelse - noemde het 'absent parenting'. Blijkbaar een bestaande term.
Kristien Hemmerechts, Een jaar als (g)een ander, 2003

De koper zou de erfgenaam van een ordinaire warenhuisketen kunnen zijn, die ooit verliefd is geworden op een Engelse.
Douglas Coupland, Alle families zijn psychotisch, 2001

In Frankrijk was Marloes de Boer twee maanden geleden als matchwinner het middelpunt van het feestgedruis. In Zwolle stapte ze donderdag toch lichtelijk als schlemiel van het veld. De verdediger veroorzaakte tien minuten na rust de penalty waarmee Engeland uiteindelijk de winst greep. Onterecht gegeven, zei de blonde voorstopper over de strafschop die werd toegekend aan de vallende Amanda Barr. "Ze kreeg de bal aangespeeld en ik wilde voorkomen dat ze kon opendraaien. Ze voelde iets en zocht meteen het gras op. Daar waren die Engelsen op aan het loeren. Ze zijn daarin gewoon sluwer dan wij."
http://www.vrouwenvoetbalnederland.nl/php/oranje_verslag/verslag.php?ID=103, 17 november 2005

Als Engelse die de laatste 25 jaar in Nederland heeft gewoond, kan ik u verzekeren dat wat 'koelheid' betreft de Nederlanders bovenaan staan.
NRC, 1995

Polly Harvey is, zoals ze zelf zegt, 'die kleine Engelse' die zingt als een neger op een veranda in New Orleans.
NRC, 1995

De roman speelt om het gebeuren dat ene Hester Prynne, een Engelse, in de klauwen heeft. Deze Hester, al enige jaren verblijvend in het stadje, en de kost verdienend als borduurster, wordt vervolgd wegens het plegen van de doodzonde Overspel.
Janwillem van de Wetering, De doosjesvuller en andere vondsten, 1984

Het eerste meisje dat ik werkelijk het mijne mocht noemen, was een Engelse, Joan.
Willem Brakman, De biograaf, 1975

< >