in het groot.
in het groot.
Oorsponkelijk een term uit de handel. Vervolgens ook wel in algemener gebruik.
Voorbeelden:
De tijd waarin zijn zoon de gelederen kwam versterken en naast de kruidenierswinkel 'en detail' de groothandel 'en gros' opstartte.
http://www.emmer.nl/
Hij werd een geslaagd slager, later zelfs: vleeshandelaar en gros, die zijn moeder verafgoodde en ook bij andere dames, drie echtgenotes en vele gelegenheidsvriendinnen, aardig succes had.
NRC, 1994
Zo is het vervolgingsbeleid nu eenmaal: tientallen, honderden zelfs, houden zich in Nederland bezig met de drugshandel en gros.
NRC, 1994