bewoner van een eiland.
iemand die op een eiland woont; bewoner van een eiland.
In het meervoud vaak specifiek in toepassing op de Engelsen, en dan meer bepaald het Engelse voetbalelftal.
Voorbeelden:
Omdat Jamaica een eiland is en eilandbewoners altijd dwars zijn, heeft Jamaica z'n eigen calypso, de mento. Dit is een iets snellere, met andere instrumenten versie van calypso.
http://www.students.cs.uu.nl/people/jvreeken/HTMLs/Nl/inleiding.htm
De invasie van de met het blote oog waarneembare geallieerde strijdmacht op de Franse kusten was een nieuwe domper op de geestelijke veerkracht van de eilandbewoners: de eilanden werden in juni 1944 niet bevrijd.
NRC, 1995
Voor Kevin Keegan en zijn team is het EK voorbij. De Nederlandse en Engelse overheden kunnen opgelucht adem halen; de gevreesde 'hooligans' gaan de Lage Landen verlaten [...]. Van oudsher zijn de eilandbewoners een voetbalgrootmacht, maar anno 2000 hebben ze niets te zoeken bij de beste acht landen van Europa.
De Telegraaf, 2000
Eilandbewoners zagen de boot dit keer dichter bij de rotsen komen dan gewoonlijk.
NRC, 1995