Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

eekhoorn

betekenis & definitie

knaagdier met een pluimstaart.

zoogdier dat behoort tot de knaagdieren, dat herkenbaar is aan zijn lange, opgerichte pluimstaart en zijn gewoonlijk roodbruine vacht, en dat vooral voorkomt in naaldbossen in Europa en Azië.
Ook van toepassing op de familie of soort in het algemeen en dan vaak in het meervoud gebruikt.

Voorbeelden:
Eraan herinneren dat eekhoorntjes voorraden beukenootjes aanleggen, bij wijze van appeltjes voor de dorst, is het herhalen van goed gefundeerde leerstof voor de lagere school.
W.F. Hermans, Ik draag geen helm met vederbos, 1979

Evolutietheoretici daarentegen vergelijken slaap met een soort winterslaap van bijvoorbeeld eekhoorns in tijden dat voedsel schaars is.
http://www.gezondheidsnet.nl/

Ze zaten ruim een uur bij die boom in het zand en vertelden over hun kindertijd terwijl ze loom dennenappels naar de boomstammen mikten, en twee eekhoorns nakeken die van boom tot boom sprongen.
Fernand Auwera, Vliegen in een spinnenweb, 2001

In de bomen maken eekhoorns een reeks kwetterende, klokkende en spinnende geluiden; de meest gehoorde roep wordt omschreven als "djuk-djuk-djuk" en de alarmroep als "doek-doek."
http://www.knjv.nl/maanddier/eekhoorn.htm, 2001