Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

economieleraar

betekenis & definitie

docent economie.

iemand die of man die voor zijn beroep het vak economie onderwijst op een middelbare school; docent economie.

Voorbeelden:
Ik kan me mijn eerste economieles nog herinneren. Eerst werd gesteld dat economie over welzijn gaat. En dan dat welzijn niet te meten is, en dat daarom toch maar wordt uitgegaan van welvaart - en werd welzijn voor de rest van de economielessen vergeten... Misschien dat er hier een economieleraar zit die kan uitleggen hoe het zit met economie, welzijn en welvaart?
http://www.wat-betekent.be/Economie.html, 4 maart 2004

Stel dat er in het hele land geen enkele economieleraar meer zonder werk zou zijn. Als ze op jouw school een economieleraar nodig hebben, dan moeten ze proberen zo'n leraar van een andere school weg te lokken, bijvoorbeeld door een hoger salaris te bieden. Dan zit die andere school weer met een economieleraar te weinig. Ook deze school gaat een leraar van een andere school lokken met een hoger salaris. Op den duur zitten alle economieleraren hetzelfde werk te doen voor veel meer salaris.
http://praktischeeconomie.malmberg.nl/nieuws/k091001/hoera_wlh_stijgt.htm, oktober 2001

Koehandel is een hilarisch en heerlijk eenvoudig spel: spaar kwartetten van dieren van de boerderij, en zet daarbij je geld (en overbodige dieren) slim in [...]. Het spel heeft veel economische elementen in zich; de prijzen van de dieren komen tot stand via het principe van vraag en aanbod. Er zijn economieleraren die het spel tijdens de les inzetten om leerlingen het begrip (bestedings)inflatie bij te brengen.
http://hobby-en-overige.infonu.nl/spellen/54051-koehandel-bied-met-boerenverstand.html, 2010