iemand die doof is.
iemand die zeer slecht hoort of niet kan horen; iemand die doof is; doof persoon.
Voorbeelden:
Het kan gebeuren dat een horende aanvankelijk schrikt van de stem van een dove. Die klinkt vaak vreemd. Dit is niet zo gek, wanneer men beseft dat een dove zijn eigen stem niet kan horen.
http://www.phd.nl/doof/
Mensen die doof zijn kunnen niet of nauwelijks gesproken taal verstaan en omgevingsgeluiden herkennen. Doven maken daarom bij de communicatie voornamelijk gebruik van gebaren.
http://www.effatha.nl/ci/
De laatste twee decennia van de vorige eeuw won dus de overtuiging terrein dat doven in de eerste plaats beschouwd moeten worden als een culturele minderheid met een eigen taal en met een eigen collectief geheugen en bewustzijn, kortom met een eigen dovencultuur, en pas in de tweede plaats als een groep stervelingen met een specifieke handicap.
NRC, 2001