zeer arm.
zeer arm; buitengewoon arm; uiterst arm; stervensarm; straatarm.
Voorbeelden:
Afgezien van het feit dat in de Arabische wereld maar heel weinig buren het goed met elkaar kunnen vinden, zodat als vaste regel geldt dat men bevriend is met de buurman van zijn buurman, bestaan er tussen Saoedi-Arabië en Jemen een aantal specifieke problemen: de ene staat is schatrijk en bevolkingsarm, de andere doodarm en bevolkingsrijk.
NRC, 1995
Lang geleden waren de universiteiten een soort samenscholingen van wereldvreemde lieden, doodarm, omdat ze, in plaats van handel te drijven of hun akkertje te bewerken, zich onledig hielden met schrijven en praten.
W.F. Hermans, Ik draag geen helm met vederbos, 1979
Ongeveer 500 doodarme bedoeïenen woonden in de rotswoningen of in tenten nabij.
NRC, 1995
Geef mij uw rijkdommen, had die valse Romein tegen hem gezegd. Met een brede armzwaai had Sint-Laurentius toen naar zijn doodarme gelovigen gewezen. Hun armoe is mijn rijkdom, had hij geantwoord.
Walter van den Broeck, Een lichtgevoelige jongen, 2001
Internationale financiële instellingen vermoeden dat de piramiden zo'n dertig miljard frank aantrokken. Dat is dertig procent van het bruto binnenlands product van Albanië. Duizenden mensen verloren alles wat ze bezaten. Vaak verkochten ze hun huis om te kunnen investeren. Het land is doodarm en vele mensen gaan illegaal in Griekenland werken om hun familie in het thuisland te kunnen onderhouden.
De Standaard, 1997
De Portugese begroting was steevast in evenwicht, de munt sterk en stabiel. De andere kant van de medaille was dat de grote meerderheid van de Portugezen doodarm was, velen ook ongeletterd waren, en Portugal het armste land van Europa bleef.
De Standaard, 1996
De vader zoekt het geluk in de Verenigde Staten en laat jaren niks van zich horen. Hij hertrouwt omwille van een verblijfsvergunning en mami blijft doodarm met haar kinderen in de barrio achter.
De Standaard, 1996
Het ging om het oprollen van een bedelcircuit waarvoor in heel India al twintig jaar lang misvormde kinderen werden geronseld. Gespecialiseerde organisaties zorgen voor vliegtuigbiljetten, valse papieren en visa om Saudi-Arabië en andere rijke Arabische landen binnen te geraken. De investering van zo'n 90.000 frank wordt volgens een van de organisatoren op drie maanden ruimschoots terugverdiend. Ook voor de familie van de meisjes, meestal doodarme dorpelingen, viel er wat te rapen. Voor sommigen was het het enige inkomen.
De Standaard, 1997
Zuster Kris: 'Wij zijn een doodarm klooster en het bestaan van onze gemeenschap is bedreigd.'
Hugo Claus, Het verdriet van België, 1983
