Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

doelvrouw

betekenis & definitie

keepster.

speelster die bij balsporten als voetbal, hockey, handbal en waterpolo de taak heeft het doel te verdedigen; keepster; doelverdedigster; doelvrouwe.

Voorbeelden:
Swift begon nerveus aan de ontmoeting met TuS Walle Bremen. Maar met enkele fantastische reddingen zorgde de uitblinkende doelvrouw Laura Robben voor zelfvertrouwen bij Swift.
NRC, 1995

Doelvrouw Hellen Boering van de nationale waterpoloploeg, die woensdag haar neus brak bij een ongelukkige botsing met collega Karla van der Boon, neemt vanavond bij de halve finale van het EK tegen titelverdediger Hongarije gewoon plaats op de bank, in badpak.
Meppeler Courant, 1993

Zwevezele hield het op countervoetbal waarbij vaak de lange bal werd gebruikt om spits Lindsay Vandewiele te bereiken. Op rechts probeerde Charlotte Verstraete enkele keren door te breken, maar het was moeilijk om de spitsen te bereiken die steeds tegen een muur van geel-zwarte verdedigers stonden. Lien Sanders kon op voorzet in de handen van de Zwevezeelse doelvrouw koppen.
http://www.vrouwenvoetballen.be/vrouwenvoetballen/nationale/oud/3Averslagen_1.htm, 2004

Manon Kiers was goed in vorm en wist maar liefst vier keer de doelvrouw te passeren.
Meppeler Courant, 1994

De nieuwe bondscoach bij de vrouwenhockeyploeg, Tom van 't Hek, heeft zeven speelsters die op het WK in Dublin actief waren, niet geselecteerd voor de nationale ploeg [...]. De 221-voudig international maakte donderdag de namen van veertien speelsters bekend, onder wie Toxopeus die haar rentree viert. De doelvrouw had onder de vorige bondscoach Wentink bedankt.
Meppeler Courant, 1994

Door prima keeperswerk van Hennie Dingstee wist De Inktvis niet te scoren [...]. Melanie de Vroome wist nog tegen te scoren en ook Petra Haspers passeerde de doelvrouw nog twee keer zodat de eindstand 12-1 in het voordeel van de Reest werd.
Meppeler Courant, 1994