stokje van een dirigent.
stokje waarmee een dirigent een orkest of koor leidt; baton.
Vaak in de verkleiningsvorm.
Voorbeelden:
Ook wat dirigeerstokken betreft hield Mengelberg van een fors formaat: de zijne heeft een stevig handvat van kurk en is zeker zestig centimeter lang.
NRC, 1995
Wanneer een beroemde instrumentalist aan het dirigeren slaat, is waakzaamheid op zijn plaats. Niet zelden lijdt zo iemand aan piano- of vioolmoeheid, die hij probeert te compenseren met de dirigeerstok.
NRC, 1995
Onvermijdelijk keken ze allemaal naar dat ene schilderij tegen de muur. De knappe jonge man in rok, dirigeerstok in de hand, de andere hand losjes op een partituur.
Monda De Munck, Congres in Salzburg, 1978