Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

difterie

betekenis & definitie

besmettelijke infectieziekte.

gevaarlijke, besmettelijke infectieziekte die doorgaans voorkomt bij kinderen, die wordt gekenmerkt door een ontsteking van de slijmvliezen in de mond of keel en die via speeksel (hoesten) van mens op mens wordt overgebracht; kroep.

Voorbeelden:
In sommige landen, zoals Nederland, krijgen baby's in het ene been een inenting tegen difterie, kinkhoest, tetanus en polio. In het andere been krijgen ze een spuitje tegen H. influenzae type B (Hib). Farmaceuten brengen sinds 1994 al een pentavaccin op de markt, dat met één spuitje bescherming biedt tegen deze vijf ziekten.
NRC, 2001

Difterie, vroeger ook bekend als 'kroep', wordt veroorzaakt door een bacterie, die via hoesten van mens op mens wordt overgebracht. Op de slijmvliezen van de keel kunnen vliezen ontstaan, waardoor het ademen moeilijk wordt en kinderen zelfs kunnen stikken. De difteriebacterie maakt gifstoffen die de hartspier en het zenuwstelsel kunnen beschadigen. Onbehandeld verloopt de ziekte vaak dodelijk. Vaccinatie met DKTP- of DTP-vaccin beschermt tegen deze ziekte.
http://www.kindjeopkomst.nl/default.htm

De gezondheidsorganizatie roept op tot onmiddellijke aktie, zoals een wereldwijde inentingscampagne. Jo Asvall, hoofd van de WGO in Europa, zegt dat er een grote uitbreiding is van besmettelijke ziekten zoals cholera, difterie, tuberkulose en syfilis, allemaal ziekten waarvan gedacht werd dat ze zo goed als verdwenen waren uit de westerse wereld.
De Standaard, 1996

In de hoofdstad van Rusland zijn dit jaar al 826 mensen met difterie besmet; 44 van hen zijn inmiddels overleden. Dat zijn er twee keer zoveel als vorig jaar, en oneindig keer zoveel als tien jaar geleden, toen de ziekte in Moskou niet meer voorkwam.
NRC, 1993

Dit artikel beschrijft de situatie voor difterie en tetanus in Nederland. De immuniteit in de algemene bevolking is hoog voor cohorten geboren na introductie van vaccinatie, maar aanzienlijk lager voor cohorten die geboren zijn vóór introductie van het Rijksvaccinateprogramma. De immuniteit is laag onder orthodox gereformeerden die vaccinatie afwijzen. Door sociaal-geografische clustering van deze groepering kan binnen deze groep niet op groepsimmuniteit tegen difterie worden vertrouwd.
http://www.isis.rivm.nl/inf_bul/, 2001

'Difterie gehad?' Ja, dat had hij. 'Hoe oud?' Hij dacht: toen hij vijf, zes jaar was. Hij had goed gereageerd op het serum. Hij was niet lang ziek geweest, voor zover hij zich herinnerde. 'Dat verklaart een licht ruisen aan uw hart. Het is, dat denken we tenminste, ongevaarlijk.'
Henri Knap, Met voorbedachten rade, 1981