vuil.
vuil, vaak in de vorm van een dikke brij, dat afkeer of walging oproept, zoals braaksel, poep, bedorven stoffen e.d..
Voorbeelden:
L'histoire se répètera, peut-être - ik pers en pers en voel mijn onderlijf zich legen - zo moet een platgedrukte wesp zich voelen waar die witte derrie uitkomt - ik zet me schrap met mijn voetzolen plat tegen de deur, mijn knieën gebogen, mijn handen om de rand van de pot.
Hannes Meinkema, Het binnenste ei, 1981