Het begrip deeltijd heeft 5 verschillende betekenissen:
1) niet-voltijdse arbeidstijd of studietijd.
overeengekomen hoeveelheid tijd voor arbeid of studie, waarvan de duur korter is dan men bij voltijdse inzetbaarheid per dag of week moet presteren; niet-voltijdse arbeidstijd of studietijd.
2) tijd nodig voor een deelhandeling.
hoeveelheid tijd nodig voor een onderdeel van een complexere handeling; hoeveelheid tijd waarbinnen men een deelhandeling kan uitvoeren; tijd nodig voor een deelhandeling.
3) deel van een wedstrijdtijd.
deel van de hoeveelheid tijd die een sporter nodig heeft voor het afleggen van een deelafstand of voor een bepaald onderdeel van een wedstrijd.
4) deelperiode.
periode beschouwd als deel van een langere tijdsruimte; deelperiode.
5) tijdstip voor medicatie-uitdeling.
tijdstip waarop medicatie moet worden uitgedeeld aan patiënten.
