breuk die het getal 10 of een macht daarvan tot noemer heeft en die doorgaans niet geschreven wordt met een breukstreep, maar met een decimaalteken (komma), bv. 5/10 = 0,5.
Voorbeelden:
Ook wordt met behulp van cirkelsectoren het verband gelegd tussen gewone breuken en decimale breuken.
http://www.google.nl/search?q=cache:EzP_UmmlZ54J:www.wiskundesoftware.nl/breuken.htm+cirkelsectoren+site:.nl=nl=lang_nl