in het Germaanse volksgeloof de verpersoonlijking van de nachtelijke stormwind als een met veel rumoer rondtrekkend leger van geesten of goden.
Voorbeelden:
Door de hemel joeg de wilde jacht, de stoet van zwarte paarden, briesende hengsten, zes, twaalf, die de koets voortsleepten, aangevoerd door sleipnir, voortgedreven door de suizende zweep van donar, achternagezeten door blaffende honden.
Jan Cremer, De Hunnen. Dl. 2: Bevrijding, 1983
Dit is de periode waar bij stormachtig weer de Wilde Jacht (of Tilkesjacht in onze streken) kan worden waargenomen. Dit is een dodenheir aangevoerd door Wodan. Het populaire Wodansfeest werd gekerstend tot Sint-Maartensdag.
http://pfinederland.cjb.net/
