morgen.
de volgende dag; morgen.
Voorbeelden:
Een aanwijzing van Dana hoe ik moest rijden bracht mij met mijn gedachten weer op haar en op de dag van morgen, de dag van mijn vertrek.
Milo Anstadt, Alles wat het geval is, 2001
De eerste groepen demonstranten tegen de G-8-topontmoeting zijn ondertussen aangekomen [...]. De demonstranten, ringen in hun neus, alternatieve shirtjes, bereiden zich voor op de dag van morgen. Grote spandoeken worden gemaakt terwijl de verdedigingshelmen over de vloer verspreid liggen.
De Telegraaf, 2001
Het Heilig Tribunaal gelooft de aangeklaagde, dat zijn geheugen hem op dit ogenblik werkelijk in de steek laat. Daar het de aangeklaagde wil helpen en hem tijd tot nadenken wil laten, verdaagt het Heilig Tribunaal het verdere onderzoek tot de dag van morgen. De volgende dag, de negende september, verklaarde Lorenzo Perez, in aanwezigheid van hetzelfde Heilig Tribunaal als de dag daarvoor, het volgende.
Jerzy Andrzejewski, Duisternis bedekt de aarde, 2001
De prijs op de APX is de laatste maanden vrij onvoorspelbaar, met grote schommelingen tussen de minimaal en maximaal genoteerde uurprijs. Dit lag in de lijn der verwachting, omdat op de APX slechts voor de dag van morgen kan worden gehandeld.
http://www.electrabel.nl/2_1_6_1.asp, 2001