[b]levenswandel die zich kenmerkt door gemakzucht of slecht gedrag (al dan niet gespecificeerd in de van-bepaling) en die tot verderf en ondergang voert.
Gebaseerd op Mattheus 7: 13-14.[/b]
Voorbeelden:
Handige Henkie was een inbreker die in een berouwvol ogenblik de brede weg van de misdaad had verlaten en nu al enige jaren zij het wat schoorvoetend - het smalle pad der deugd bewandelde.
Appie Baantjer, De Cock en de dode harlekijn, 1978
Wanneer u op dat punt de verleiding kunt weerstaan en in plaats van de brede weg links naar de zintuiglijke geneugten het smalle en moeilijk begaanbare pad rechts kiest naar de eeuwigheid, dan zult u de kathedraal aan het einde van uw weg ontwaren.
Ilja Leonard Pfeijffer, Rupert: een bekentenis, 2002
