Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

dakloze

betekenis & definitie

iemand die dakloos is.

iemand die leeft zonder vaste woonplaats, zonder thuis; iemand die op straat leeft; iemand die dakloos is.

Voorbeelden:
Een krant vol informatie over de lusten en vooral lasten van het leven op straat. Dat is de inhoud van de eerste en voorlopig enige editie van het blad Straatnieuws, deels door de zwervers zelf volgeschreven. Burgemeester Opstelten van Utrecht kocht zaterdag in Slot Zuylen het eerste exemplaar van een dakloze.
Meppeler Courant, 1994

Onder daklozen verstaan de onderzoekers mensen die of geen permanent dak boven het hoofd hebben of op straat slapen, en die soms een paar nachten doorbrengen in een van de vier passantenverblijven die Amsterdam telt.
NRC, 1995

"Wat mij verontrust is de gewenning die in Nederland optreedt", zei I. Voorham, directeur Leger des Heils Welzijns- en Gezondheidszorg. "Je schrikt als je voor het eerst een dakloze op straat tegenkomt die psychisch in de war is. Als je er elke dag een tegenkomt vind je het de gewoonste zaak van de wereld. Maar het is niet gewoon. Het is afschuwelijk."
ANP, 2003

In Polen, waar het kwik vorige week tot min 37 zakte, maar inmiddels opnieuw is opgelopen tot min twintig, vroren dertig mensen dood, voor het merendeel daklozen en ouderen die te arm zijn om voldoende te stoken.
De Standaard, 1997

"Veel praktische zaken zoals eten, een douche en onderdak zijn wel geregeld voor daklozen. Maar ook mensen die op straat leven hebben behoefte aan een beetje aandacht." Vrouwelijke buddies zijn het populairst bij daklozen. "Op straat leven vooral mannen. Het daklozenbestaan is een echte mannenwereld. Daklozen vinden het daarom leuk om via het buddy-project contact te hebben met vrouwen", verklaart Jansen.
Brabants Dagblad, 2000

Beneden in de hal, precies voor de deur, lag een stukje karton. Er ligt wel meer rotzooi in de hal, er slaapt weleens een dakloze, en ik wilde het al achteloos opzij schuiven toen ik zag dat er iets op geschreven stond. Ik bukte me. 'Voor de heer R. Mehlman,' las ik.
Arnon Grunberg, Fantoompijn, 2001