Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

dagtoerist

betekenis & definitie

toerist die voor een dag een plaats bezoekt.

toerist die slechts voor een enkele dag afreist naar een toeristische plaats; toerist die voor een dag een plaats bezoekt.

Voorbeelden:
Het mooie landelijke gebied, de ligging aan de rivier en de historisch binnenstad met z'n vele monumenten zijn aantrekkelijke punten voor dagtoeristen.
http://www.deventer.nl/Frm/Frm-Welkom.html

Als men weet dat een dagtoerist in Blankenberge gemiddeld 1.000 frank verteert, vertegenwoordigt de NMBS voor Blankenberge een omzet van meer dan een miljard frank, aldus burgemeester Ludo Monset.
De Standaard, 1996

De parkeerfunctie zal terrein inleveren ten gunste van verblijfsmogelijkheden (bankjes, wandelroutes, etc….) voor de dagtoerist en de watersporter die Urk bezoekt.
http://museum.opurk.nl/bezienswaardigheden.html