Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

cultuurperiode

betekenis & definitie

cultuurhistorische periode.

periode in de cultuurgeschiedenis die men als een eenheid beschouwt op grond van kenmerkende ontwikkelingen, gebeurtenissen en gedachtegoed; tijdsruimte die men in cultuurhistorisch opzicht als een eenheid beschouwt; cultuurhistorische periode.

Voorbeelden:
De eurobankbiljetten verbeelden de architectonische stijlen van zeven perioden uit de Europese cultuurgeschiedenis - klassiek, romaans, gotisch, renaissance, barok-rococo, de ijzer-en-glasarchitectuur, en de moderne twintigste-eeuwse architectuur - en leggen de nadruk op drie bouwkundige elementen: ramen, poorten en bruggen [...]. De bruggen die worden afgebeeld aan de achterzijde van de bankbiljetten zijn elk typerend voor een van de zeven Europese cultuurperioden.
http://www.dnb.nl/

De Romantiek (19e eeuw) en ook onze eeuw hebben veel aan Bach te danken, meer dan aan alle barokcomponisten samen. Misschien steekt dat een beetje bij diegenen die deze cultuurperiode het liefst omzeilen.
Meppeler Courant, 1995

Een van de meest opmerkelijke kanten van de historiografie van het Interbellum is dat de aandacht voor de jaren 1919-1940 als cultuurperiode schrikbarend beperkt is geweest.
http://www.riod.nl/interbellum/lezing1.html, 2000

In de Semitische stad Mari werden badkuipen uitgegraven die stammen uit de cultuurperiode van ongeveer 2000 jaar voor Christus.
http://www.thermenoosterhesselen.nl/