Het begrip combinatie heeft 8 verschillende betekenissen:
1) het samenvoegen van zaken of levende wezens.
het samenvoegen of verbinden van twee of meer afzonderlijke zaken of levende wezens tot een geheel of een eenheid; het combineren of gecombineerd worden; de handeling van het combineren; het verbinden van verschillende eenheden tot een geheel.
2) het door combineren ontstane geheel.
het resultaat van het samenvoegen van twee of meer afzonderlijke zaken of personen; het door combineren ontstane geheel.
3) aantal wiskundige elementen.
aantal willekeurig gekozen elementen in de wiskunde, waarbij de elementen, bijvoorbeeld knikkers, uit een verzameling genomen worden en ieder element hoogstens één keer gekozen wordt en de volgorde van die elementen niet van belang is.
4) reeks sportbewegingen.
reeks acties of bewegingen in de sport, die onderling samenhangen, meestal bij teamsporten uitgevoerd door meerdere spelers, bijvoorbeeld bij voetbal, en soms ook bij andere sporten en dan ook individueel uitgevoerd.
5) reeks onderdelen binnen het alpineskiën.
reeks binnen het alpineskiën die bestaat uit twee onderdelen, te weten een afdaling en een speciale slalom, die zelf weer uit twee reeksen bestaat.
6) reeks zetten bij het schaakspel.
reeks zetten bij het schaken, waarbij twee of meer schaakstukken betrokken zijn, bedoeld om een bepaald voordeel te verkrijgen; reeks zetten in het schaakspel.
7) stel bij elkaar passende kledingstukken.
stel bij elkaar passende kledingstukken.
8) ruiter met één, twee of vier paarden.
stel van een ruiter met één, twee of vier paarden of pony's, meestal deelnemend aan een bepaalde wedstrijd.
