Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

Colombiaanse

betekenis & definitie

vrouw uit Colombia.

vrouw met de Colombiaanse nationaliteit; vrouw die behoort tot het Colombiaanse volk; vrouw die afkomstig is uit Colombia; inwoonster van Colombia.

Voorbeelden:
Constancia Paetau is Colombiaanse, sinds achttien jaar getrouwd met een Duitser, lid van de vreemdelingen-adviesraad van de stad Bonn en was de voorbije dagen betrokken bij een uniek projekt: tien Bonnse politieagenten gingen van maandag tot vrijdag inwonen bij buitenlandse gezinnen.
De Standaard, 1996

Zijn echtgenote heeft een mooie naam: Alicia Botero. Zij is een Colombiaanse. Hij heeft met Alicia kennisgemaakt in de gevangenis van Miami, waar zij allebei zaten opgesloten.
Stan Lauryssens, Costa del Crimen, 1999

Een Colombiaanse die elke dag door haar moeder werd aangekleed in de duurste merken, een Amerikaanse die in hongerstaking ging totdat er speciaal voor haar hamburgers kwamen en een nuchtere Hollandse die het allemaal best vond maar haar vriendje vreselijk miste. De Elite Model Look, de jaarlijks terugkerende, wereldwijde zoektocht naar modeltalent was dit keer neergestreken in Tunesië.
De Telegraaf, 2002