Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

collectioneur

betekenis & definitie

verzamelaar.

iemand die uit liefhebberij of uit beleggingsoverweging iets verzamelt; verzamelaar.

Voorbeelden:
Een sterfgeval is vaak de aanleiding om de verzamelde kunst van de hand te doen. Sommige ouders verkopen hun schilderijen om een huis te kopen of de studie van hun kinderen te financieren. Dan zijn er nog mensen die tegenslag krijgen in zaken en collectioneurs die van smaak veranderen. Uiteraard zijn er ook speculanten die op een snelle winst jagen.
De Standaard, 1997

"Met een economische recessie verdwijnen de rijke collectioneurs, die hun aankopen dikwijls beschouwen als investering, het eerst van het toneel, terwijl degenen met een kleine beurs stug en vasthoudend doorgaan. Natuurlijk is een kunsthandelaar of veilinghouder niet dankbaar als een betaling traag binnenkomt. Aan de andere kant weten de meesten dat zij zonodig, en zelden tevergeefs, een beroep kunnen doen op de aldus verzamelde kennis.'' Dat geldt trouwens ook voor musea in binnen- en buitenland waaraan de collectioneur delen van zijn verzameling afstaat voor tentoonstellingen.
NRC, 1993

Veel collectioneurs beschouwen hun verzameling overwegend als een belegging. Een hechte band met hun stukken hebben ze niet en evenmin kunnen ze, aldus nog Taelman, de moed en de wilskracht opbrengen om de geschiedenis van hun kollektie samen te stellen. Want dat laatste vergt het nodige studiewerk. Daartoe is zowel een gedegen kennis van de numismatiek onontbeerlijk, als een grondig inzicht in geschiedenis, mytologie, heraldiek, kunst, geografie en ekonomie.
De Standaard, 1996

< >