neiging tot centraal besturen.
neiging of streven om alles centraal te regelen of te besturen.
Voorbeelden:
Meer nog dan de andere Vlaamse steden heeft Gent zich altijd tegen het centralisme van de vorsten verzet.
http://www2.vlaanderen.be/ned/sites/overheid/vlabroch_n/inhoud.htm
Voldoende geïnspireerde en deskundige onderwijsmedewerkers zijn onmisbaar. Het laatste wat scholen daarbij kunnen gebruiken, is een verstarrend centralisme en regelzucht van bovenaf.
http://www.e-stem.nl/, 2002
De Inquisitie zat hier dus in de mangel van de strijd tussen de naar steeds meer centralisme strevende Staat en de gewesten en steden die hun privileges hartstochtelijk verdedigden.
http://home.wanadoo.nl/iki/inq-dro.htm
Deze aanpassingen, die onder meer beogen het partijbestuur meer armslag te geven, leidden de afgelopen weken tot een hevige kritiek van het prominente partijlid B. Tromp. Hij beschuldigde het partijbestuur van centralisme en van afschaffing van de constitutionele regels die de interne democratie moeten waarborgen.
NRC, 1995
Het centralisme van paus en clerus leiden tot aliënatie, angst en verlies van elke religieuze innerlijkheid.
De Standaard, 1996
Het centralisme van de Franse staat lokt als tegenreactie een groeiende bevestiging van regionale identiteit uit, zeker nu de staat niet langer een gulle weldoener is.
De Standaard, 1996