Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 29-10-2020

cabaretière

betekenis & definitie

vrouwelijke cabaretier.

vrouw die cabaret maakt; vrouwelijke cabaretier; cabaretartieste.

Voorbeelden:
Rotmoffen en kaaskoppen heet het programma en die titel duidt op controverse en confrontatie, zeker als het podium wordt gedeeld door een Duitse zangeres en een Nederlandse cabaretière. En zo marcheren ze ook op, Eva-Maria Hagen en Marjan Berk.
NRC, 1995

Het muziektheater is in opmars met een nostalgische knipoog naar de happenings van weleer. Maar Cheryl Marshall is meer dan een geestige cabaretière, gehoord haar welluidende sopraan in een fraai geëgaliseerde techniek.
NRC, 1995

Vandaag is de vraag naar witte staartpluimen niet meer zo groot als in de tijd van toen. De Gilles van Binche lopen nog wel met struisvogelveren op hun hoed. De Franse cabaretieres hebben zich al van veel pluimen ontdaan.
http://www.ostrich.be/decoratie01.htm

Een van de wellicht aardigste onderdelen was het gastoptreden van de bekende cabaretière Mary Michon. Op het podium had ze een heerlijk gezellig 'kamertje' gecreëerd met veel warm rode spullen. In haar zwierige robe presenteerde ze zich als een rebelse meid, in de 'derde levensfase'.
http://www.beemsterbengel.nl/nieuwsarchief/november/marymichon/michon.htm, november 2003