Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 29-10-2020

buishoed

betekenis & definitie

hoge hoed.

meestal zwarte hoed waarvan het opstaande gedeelte meestal plat is en hoog in verhouding tot andere hoeden en de maat van het hoofd, meestal als onderdeel is van een bepaald kostuum, bijvoorbeeld dat van een goochelaar; hoge hoed.

Voorbeelden:
De promotor stapt zelfbewust de wereld in met een wulpse strohoed en de pr-man wordt door de pers herkend als de man met buishoed.
De Standaard, 1997

Gek is dat beide bruidegoms even groot zijn en hetzelfde gezicht hebben. Een ervan, met grijze buishoed en rode vlinderstrik, draagt zijn blonde bruid. De andere, in zwart pak en met een zwarte hoed, geeft zijn bruid de arm.
Jean Pierre Van Rossem, De maquette: verslag, 2002

Goochelaar-illusionist Verhofstadt zegt tegen U: "Niets in de handen, niets in de mouwen, nu volgt de truuk met de buishoed en het konijn: de misdadigheid is gedaald, ge voelt dat toch", maar ondertussen rijden ramkrakers uw winkelruit aan diggelen of wordt uw TV-toestel opgeladen door een inbrekersbende.
http://vlaamsblok.be/activiteiten_manifestaties_verhofstadtliegt_toespraak_fvh.shtml, 2002

< >